OLUMN Stomverbaasd zijn Tijs van den Brink en zijn collega's als politici de rollen eens omdraaien en de confrontatie zoeken, schrijft Volkskrantredacteur Wilma de Rek.
Op 6 maart zat Helmin Wiels, leider van de Curaçaose partij Pueblo Soberano, in het radioprogramma Dit is de Dag om met Tijs van den Brink en Elsbeth Gruteke te praten over de dood van Hugo Chávez. De vorig weekend vermoorde Wiels werd toen nog niet gezien als een heilige maar als een ietwat excentrieke politicus, over wie je gerust lacherig kon doen. Na wat inleidende zinnen begon Tijs van den Brink een rijtje suggestieve vragen op Wiels af te vuren.
Van den Brink: 'Chávez heeft weleens gedreigd om Curaçao van ons over te nemen; u vindt dat niet erg als ik u zo hoor?'
Wiels: 'Ik vind dat flauwekul.'
Van den Brink: 'Van hem?'
Wiels: 'Nee, ik vind het flauwekul wat u zegt. Hugo Chávez heeft nooit gezegd dat hij Curaçao wilde overnemen. Ik weet niet waar dat nieuws vandaan komt.'
Van den Brink ging door: 'U heeft ook weleens gezegd dat blanke eilandbewoners in bodybags terug kunnen naar Nederland.'
Wiels: 'Wie heeft over bodybags gesproken?'
Van den Brink: 'U.'
Wiels: 'Hebt u opnames?'
Van den Brink: 'Eh... ongetwijfeld, maar die heb ik niet klaar staan.'
Wiels: 'Nee, nee. Luister: ik heb dat nooit gezegd. Als u die opname kan vinden: alstublieft. Zoek hem op voor mij.'
Van den Brink (grappend): 'En wat krijgen we dan?'
Wiels (geïrriteerd): 'Nee, zoek het! Als u iets beweert, moet u het bewijzen! Ik vind dit heel gevaarlijk van u.'
Elsbeth Gruteke (op sussende toon): 'Meneer Wiels, wordt u nu heel boos?'
Wiels: 'Nee, ik word niet boos. Ik sta versteld dat iemand iets beweert en dat niet kan bewijzen. We spreken over verslaggevers. Reporters!'
Van den Brink (geagiteerd): 'Heeft u wel een aanvallende stijl of zelfs dat niet?'
Wiels: 'Pardon?'
Van den Brink: 'Heeft u wel een aanvallende stijl?'
Wiels: 'Ik heb een confronterende stijl. Geen aanvallende stijl.'
Van den Brink (nog wat geagiteerder): 'Ja. En waarom heeft u dat? En heeft u dat van Chávez afgekeken?'
Wiels: 'Ik heb mijn eigen stijl. Misschien zijn jullie er niet aan gewend dat mensen uit de koloniën jullie tegenspreken.'
Van den Brink (giechelig): 'Niet gewénd?
Wiels: 'Nee. Wij zien hoe de Nederlandse verslaggevers Nederlandse politici te lijf gaan en vragen stellen: het confronterende model. En als wíj dat doen, is dat opeens aanvallend?'
Van den Brink: 'Chávez heeft weleens gedreigd om Curaçao van ons over te nemen; u vindt dat niet erg als ik u zo hoor?'
Wiels: 'Ik vind dat flauwekul.'
Van den Brink: 'Van hem?'
Wiels: 'Nee, ik vind het flauwekul wat u zegt. Hugo Chávez heeft nooit gezegd dat hij Curaçao wilde overnemen. Ik weet niet waar dat nieuws vandaan komt.'
Van den Brink ging door: 'U heeft ook weleens gezegd dat blanke eilandbewoners in bodybags terug kunnen naar Nederland.'
Wiels: 'Wie heeft over bodybags gesproken?'
Van den Brink: 'U.'
Wiels: 'Hebt u opnames?'
Van den Brink: 'Eh... ongetwijfeld, maar die heb ik niet klaar staan.'
Wiels: 'Nee, nee. Luister: ik heb dat nooit gezegd. Als u die opname kan vinden: alstublieft. Zoek hem op voor mij.'
Van den Brink (grappend): 'En wat krijgen we dan?'
Wiels (geïrriteerd): 'Nee, zoek het! Als u iets beweert, moet u het bewijzen! Ik vind dit heel gevaarlijk van u.'
Elsbeth Gruteke (op sussende toon): 'Meneer Wiels, wordt u nu heel boos?'
Wiels: 'Nee, ik word niet boos. Ik sta versteld dat iemand iets beweert en dat niet kan bewijzen. We spreken over verslaggevers. Reporters!'
Van den Brink (geagiteerd): 'Heeft u wel een aanvallende stijl of zelfs dat niet?'
Wiels: 'Pardon?'
Van den Brink: 'Heeft u wel een aanvallende stijl?'
Wiels: 'Ik heb een confronterende stijl. Geen aanvallende stijl.'
Van den Brink (nog wat geagiteerder): 'Ja. En waarom heeft u dat? En heeft u dat van Chávez afgekeken?'
Wiels: 'Ik heb mijn eigen stijl. Misschien zijn jullie er niet aan gewend dat mensen uit de koloniën jullie tegenspreken.'
Van den Brink (giechelig): 'Niet gewénd?
Wiels: 'Nee. Wij zien hoe de Nederlandse verslaggevers Nederlandse politici te lijf gaan en vragen stellen: het confronterende model. En als wíj dat doen, is dat opeens aanvallend?'
De conclusie van de Volkskrant:
Bijna tien jaar later lijken steeds meer politici zich tijdens interviews een soortgelijke vraag te stellen: wie denkt die brutale klootzak van een journalist wel dat hij is?
Op de een of andere manier voelt dat als een heel goede ontwikkeling.
Op de een of andere manier voelt dat als een heel goede ontwikkeling.
En ook die conclusie is mainstream, en is onderdeel van de stemmingmakerij voorafgaand aan moordaanslagen en oorlogen. De mainstream die de mainstream bestrijdt. Geen van die journalisten is kritisch tegenover de werkelijke macht. Ze kijken wel uit, dan zouden ze geen carriere kunnen maken.